|
Familie verhalen // Anke - 30
We zitten enkele dagen later, om precies te zijn één week en één dag nog steeds ontbreekt ieder spoor van Anke, of Sandra, de politie heeft Anton meegenomen, naar het bureau en hem verhoort, maar moesten hem al snel laten gaan. Zij hadden immers geen bewijs tegen hem, dat hij er achter zou zitten. Het is inmiddels dinsdag en alle familie leden logeren bij opa Kees. Ze hebben de buurt zelfs al uit gekampt maar helaas geen spoor van Anke of Sandra gevonden. Zelfs Petra, Donny, Andrea en John hebben mee helpen zoeken.
Niets helemaal niets, geen enkele aanwijzing. Joris is compleet gek aan het worden, niet wetend waar zijn nichtje/vriendin is en wat voor ellende ze allemaal meemaakt. De deurbel gaat, John loopt naar de deur en ziet Nick en Janneke staan, de deur voor hen open houdend lopen ze naar binnen. Strategisch gaan ze met zijn allen nog een keer rond de tafel zitten, om te kijken waar ze opnieuw kunnen zoeken. Op school is niemand van de familieleden meer geweest, echter de mede leerlingen weten wel wat er aan de hand is, deze zijn op de hoogte gebracht door Janneke en Nick. Petra is ook in het huis van Kees, ook zij heeft volop mee lopen zoeken naar Anke.
Joris ziet de postbode aankomen fietsen en zegt; ga even de post halen misschien zit er iets bij, de anderen knikken, wetend dat het voor hem nog het ergste is, aangezien hij zijn meisje niet heeft kunnen beschermen. De post aannemend van de postbode, bladert hij alles snel door, dan ziet hij een grote envelop. Aan Joris, staat er opgeschreven. Met de brief verstopt onder zijn shirt loopt hij terug naar binnen. Niets, zegt hij. Gespannen loopt hij naar buiten, de brief in zijn broeksband goed tegenhoudend. Als Tricia, Joris achterna wil lopen houdt David haar tegen. Laat hem maar even Tric, hij heeft het al moeilijk genoeg met zichzelf. Naar het huisje lopend op het terras opent hij de deur en neemt plaats op het bed wat er staat. Hij haalt de brief onder zijn shirt vandaan en bekijkt hem aandachtig. De brief komt hem bekend voor, maar hij kan het niet plaatsen. Heel langzaam maakt hij de envelop open. De velletjes tekst eruit halend gaat hij er goed voor zitten en begint te lezen.
Lieve Joris,
Als deze brief aankomt, moet je door een hel gaan, omdat de lieve mooie Anke is vermist. Shit denkt hij, van wie komt dit… snel leest hij door.. Je zal je waarschijnlijk afvragen van wie deze brief afkomstig is, ja denkt Joris dat ben ik inderdaad. Jullie hebben mij beiden bezocht, zelfs een dierlijk wonder meegemaakt in mijn tuin boven op het plateau. Magda schiet het door Joris heen, deze brief komt van Magda. Vlug leest hij verder….
Jij Joris, bent degene die Anke en Sandra zal vinden, jij en niemand anders…het enige wat ik je kan vertellen is; zoek het dichter bij huis…niet begrijpend staart hij naar de brief. Dichter bij huis, hoe dan…verder lezend…ik heb in mijn dromen een gebouw gezien, niet langer als een uur rijden van Kees zijn woning…Kees wie is kees? Ohhh… das opa natuurlijk. Joris, laat je leiden, zoek een weg door je emoties en gevoelens heen en je zal beide dames vinden, maar pas op…dat je niet in de verkeerde richting denkt.
De verkeerde richting, wat bedoelt ze precies, hoe moet ik dit nu weten, al dat vage gedoe, ik snap er helemaal niks van. Toch leest hij verder… Zorg ervoor dat je de juiste middelen bij je hebt, zonder deze middelen kan je hen niet bereiken…kan je Anke en Sandra niet redden en zul je moeten toekijken hoe zij verder afglijden. Nee, roept Joris verschrikt uit.
Tricia, die net buiten op het terras een sigaret stond te roken, om even onder de omstandigheden rust te vinden in haar hoofd, loopt richting de gil die uit het tuinhuisje komt. Door het raam heen ziet ze haar broertje gebogen zitten en in zijn handen heeft hij een papier. Het huisje binnenstappend zegt ze, wat is dat wijzend naar het papier wat hij in zijn handen heeft. Een brief, zegt hij zacht. Nu kan ook Tricia zich niet langer bedwingen, snel op hem afstappend rukt ze de brief uit zijn handen en leest hardop verder.
Joris, laat je zusje ehh mijn verontschuldiging je zus je helpen met haar vriend en diens zus, zij kunnen je belangrijke informatie geven en je hulp bieden wanneer je dit nodig hebt op het juiste moment. Zorg er wel voor dat Patricia geen gevaar loopt. Zij kan dit lichamelijk niet aan, zij moet sterk blijven voor het kindje wat in haar groeit. Kindje de brief loslaten grijpt ze met twee handen naar haar buik. Ben ik zwanger, zegt ze angstig. Zich omdraaiend naar haar broertje, ben ik zwanger? Ik weet het niet Tric, zegt hij, de brief van de grond pakkend neemt hij weer plaats op het bed. Ook Tricia komt nu naast hem zitten, lees je hardop verder vraagt ze hem.
Joris gaat verder met het lezen van de brief. Het zal een schok zijn voor Patricia om te horen dat ze zwanger is, toch is het kindje meer dan gewenst en zeker welkom. Ondanks jullie jonge leeftijd. Ik ga John halen, zegt Tric ik kom zo weer terug. In de tussentijd leest Joris de brief verder af. Nadat je Anke en Sandra eventueel hebt kunnen bevrijden, zou ze niet naar het ziekenhuis willen, toch moet jij in dit geval hierop aandringen. Ze zal bloed nodig hebben, haar lichaam is verzwakt, ook zij moet sterk zijn, zij heeft niet tot weinig willen eten en haar lichaam is erg verzwakt, er zullen een hoop vragen hierna zijn, maar ook een goede afloop.
Hopelijk heb ik jou hiermee een beetje kunnen helpen, dit is het enige wat ik heb doorgekregen, sterkte met alles Joris.
Magda.
Keer op keer leest Joris de brief, als Tric samen met John terug is gekomen, geeft hij hen de brief, mag ik een sigaret Tricia. Hem een sigaret en een vuurtje reikend, loopt hij al rokend naar buiten. Hij loopt richting de boom, die zij een aantal jaren eerder hebben geplant ter na gedachtenis aan de ouders van Anke en haar ongeboren broertje of zusje. Plaatsnemend op het gras begint hij tegen de boom te praten. Kunnen jullie mij niet helpen, praat hij tegen de boom, laat mij leiden door jullie, help me jullie dochter terug te vinden. Hij voelt een warme gloed over zijn schouders neerdalen, net alsof er twee handen aan iedere kant hem omarmen. Onthutst door dit gevoel kijkt hij naar de hemel, laat me niet in de steek, zegt hij weer, help mij. Zijn sigaret is opgebrand en het hij voelt het hete stukje tegen zijn wijsvingers, snel maakt hij de sigaret uit in de grond rondom de boom. De betovering, het gevoel van omarming wat hij even daarvoor heeft ervaren is weg, verdwenen. Op staand van het gras loopt hij terug in de richting waar hij vandaan is gekomen. Tricia en John staan nu buiten het tuinhuisje, hem aankijkend loopt hij met een knikje naar binnen. Zijn vader stond juist op het punt naar buiten te gaan, Joris zegt hij; we gaan nogmaals zoeken, ga je mee? Nee, zegt hij tegen zijn vader, ik ga een stukje fietsen zegt hij. Voor hij de deur uitloopt kijkt hij naar zijn telefoon, helemaal vol nog de batterij. Je weet maar nooit, dan loopt hij de deur uit en pakt een fiets uit de garage. Het erf af fietsend wordt hij nagekeken door zijn ouders. Tricia komt de kamer ingelopen en overhandigd haar vader de brief, die Joris even daarvoor onder zijn shirt had verborgen. David pakt de brief aan van zijn dochter en voordat hij begint te lezen, zegt John tegen hem, wat u daar gaat lezen, wij weten niet of het waar is, maar wij gaan er wel van uit. Het geen wat u zal lezen, hebben wij echter niet gepland. Dan duwt hij Tricia richting de woonkamer. David kijkt hen na en begint dan de brief te lezen, geschokt leest hij over het feit dat zijn dochter zwanger zal blijken te zijn, zijn vrouw beetpakkend die net voorbij hem loopt zegt hij; ik denk dat we opa en oma worden. Wat, zegt ze totaal geschokt, de brief overnemend van haar man leest ze deze aandachtig. Dit meen je niet David, ze is nog maar 15. Ik weet het Mieke, maar als het waar blijkt te zijn, zij hebben mij gezegd dat het niet gepland is, maar wel welkom. Mmm… we zullen wel zien.
Joris fiets verder en verder, zich niet bewust van de omgeving, is hij dan ook helemaal uit zijn doen als er een blauwe auto de hoek om komt zetten. Vloekend en scheldend steekt hij zijn middelvinger omhoog. Dit had hij bij nader inzien beter niet kunnen doen, diegene die achter het stuur zit, zet zijn auto in zijn achteruit en komt terug naar achteren gereden. Hem klem zettend opent hij zijn raam en brult, wat moet dat jongeman. Joris geschokt dat de man is teruggereden, kijkt hem boos aan. U mag hier helemaal niet zo hard, antwoord hij, jij mag niet midden op de weg fietsen luid zijn commentaar.
Dan uit het niets vraagt de man; je nichtje is ze al gevonden? Nee, nog niet en hij wend zijn blik af. Hebben ze wel al een vermoeden wie erachter zit? Weer zegt Joris; nee. Wij wel, maar we hebben geen bewijs. Aha, wie vermoeden jullie dan, stelt hij opnieuw de vraag. Joris begint te vertellen, hij heeft deze man al eens vaker gezien, ook heeft het nodige in de krant gestaan, maar echter niet naar wie de verdenking uitging. De man in de auto hoort het relaas aan van de jongen. Heb je al op het oude industrie gebied gezocht? Nee, zegt Joris, eigenlijk niet, maar die panden zijn toch half ingestort en onveilig? Ja de meeste wel, antwoord hij, maar ik heb tot voor kort een pand daar gehad wat ik van de hand heb gedaan, het staat een beetje achteraf en je moet goed zoeken want het valt totaal niet op. Nou bedankt, zegt Joris, kan er wel even gaan kijken, is het nog ver van hier? Als je deze weg uitrijd ben je er zo, maar je bent wel al een eind van huis wist je dat? Nee, antwoord Joris opnieuw, ik moest mijn gedachten even verzetten en besloot een stuk te gaan fietsen. Kan ik begrijpen antwoord de man weer, maar let een beetje op waar je fietst, straks krijg je nog een ongeluk. Ja, ik zal erop letten. De man knikt hem gedag en vervolgt zijn weg. Ook Joris stapt op zijn fiets en fietst richting het oude industrie gebied. Kan net zo goed even gaan kijken, niet geschoten altijd mis, denkt hij.
Ondertussen in het pand waar Anke en Sandra verblijven is het nodige voorgevallen, precies zoals Anke het heeft gedroomd, is het ook allemaal gebeurd. Ze heeft Anton in zijn pik gebeten, die is ontstoken geraakt en nu pakt hij hen alleen nog met de dildo's en vibrators. Sandra heeft aangehoord hoe Anke alles tot in de kleinste details wist te beschrijven, ook van haar ontvoering uit haar eigen huis, het sms bericht alles. Gelukkig zijn ze alleen nu, Anton heeft hen de vrijheid gegeven in de kelder van het pand en hij zelf is voor een aantal dagen vertrokken naar Engeland om zichzelf zo een alibi te verschaffen. De meiden zitten in het keukentje met hun doorzichtige gewaad aan. In die tijd dat ze hier nu zitten is het Sandra opgevallen hoe slecht Anke eet, als ze al iets eet, is het een muizenkorreltje. Anke waarom eet je zo weinig, vraagt Sandra haar. Er is genoeg, maar toch werk je amper iets naar binnen. Ik voel me niet zo lekker zegt Anke, naar waarheid. Als ik eet, dan raak ik misselijk en heb ik het gevoel dat ik moet spugen. Als ik hele kleine beetjes eet, dan heb ik dit gevoel niet. Het jongere meisje voor haar is ingevallen in haar gezicht en ze ziet er bleekjes uit. Sandra maakt zich ernstig zorgen om haar. Hoe eerder ze worden gevonden des te beter zou het zijn, niet alleen voor zichzelf maar ook voor Anke. Ik ga nog even liggen Sandra, ik voel me echt niet goed. Is goed, Anke, ik kom straks wel even bij je kijken. Voor hun gevoel zitten ze nu een dag alleen, het mooiste zou zijn als ze in die drie dagen dat hij zich uit de voeten heeft gemaakt, zij gevonden zouden worden. Nadat er enige tijd is verstreken, gaat ze toch even kijken bij Anke, het meisje ligt in bed, zweetdruppeltjes op haar voorhoofd zijn duidelijk zichtbaar. Ze is ziek, schiet het door Sandra haar gedachten, snel terug lopend naar de keuken, pakt ze een emmer uit één van de kastjes en loopt ermee naar de douche. Hier vult ze deze voor de helft met koud water. Een washand pakkend loopt ze naar hun slaapkamer, naast haar plaatsnemend doopt ze de washand in de emmer wringt hem uit en haalt hem over haar gezicht. Anke voelt gloeiend heet aan, het enige wat Sandra kan doen, is haar hoofd afnemen met koud water.
Joris fietst over het verlaten industrie gebied als hij een stem in zijn gedachten hoort zeggen; je bent te ver, je moet terug. Geschrokken van deze toch wel luide stem, maakt hij gelijk rechtsomkeert. Daar bij die hoop takken, het lijkt wel een ingang, van zijn fiets afstappend die hij iets verderop bij een hoop andere fietsen zet, om niet op te vallen loopt hij terug. Het is een paadje wat uit het zicht wordt onttrokken. Snel loopt hij het pad op, inderdaad staat hier een pand, smerig uitziend aan de buitenkant, loopt hij voorzichtig verder. De deur van het pand is niet op slot, zachtjes de deur openend loopt hij naar binnen. Binnen gekomen ruikt hij een verflucht, maar hij kan niet zien dat er iets geverfd is. Zijn verstand zegt hem door te lopen, ook de stem in zijn gedachten zegt dat hij verder het gebouw in moet gaan. Zo te horen is er niemand aanwezig, hij heeft ook geen auto zien staan voor het pand. Al zijn moed bij elkaar rapend roept hij voorzichtig: hallo, is daar iemand? Niets hoort hij, nu iets luider roept hij opnieuw; hallo is daar iemand. Sandra hoort flauw ergens iemand roepen, niet goed wetend waar het vandaan komt luistert ze gespannen. Joris, hoort ze Anke fluisteren, Joris ik ben hier…dan zakt ze weg, Sandra tilt haar oogleden iets omhoog en ziet dat haar ogen helemaal weggedraaid zijn. Uit het kamertje lopend, loopt ze richting het trappetje, ze hoort voetstappen in het gebouw, toch bang dat Anton eerder is teruggekomen dan dat hij zei; wacht ze gespannen af. Opnieuw hoort ze een stem roepen; hallo is daar iemand? Het is nu of nooit denkt Sandra. We zijn hier, roept ze uit, hier beneden… Nu hoort ze gehaaste voetstappen, dan een klopje op de deur, hallo word er weer geroepen. Hallo, roept Sandra terug, Joris ben jij dat? Joris geschokt door het feit dat hij bij zijn naam wordt genoemd is even helemaal stil, dan zegt hij; ja ik ben het Joris, is Anke daar ook? Ja, antwoord Sandra, maar het gaat niet goed met haar, ze heeft het bewustzijn verloren, ze is ziek. Joris geschokt door deze onthulling graait naar de klink, maar deze is op slot, opnieuw graait hij naar zijn zakken op zoek naar zijn telefoon. Beneden in het pand heeft hij echter geen bereik. Sandra zegt hij aarzelend; ja zegt ze zacht, ik ben zo terug, ik heb hier geen bereik, ik beloof het ik kom terug. Echt, fluistert ze, echt antwoord hij, ik kom terug. Dan hoort ze zijn voetstappen verdwijnen.
Snel terug lopend naar Anke, ziet ze dat het jonge meisje nog meer is gaan zweten, haar lichaam afnemend met koud water fluistert ze zachtjes; je vriend heeft ons gevonden, er is hulp onderweg Anke, houd alsjeblieft vol.
Joris loopt naar buiten, nog steeds geen bereik, shit denkt hij, verdorie nog aan toe, het pad terug aflopend, springt hij op zijn fiets halverwege het industrie gebied heeft hij eindelijk bereik. Goed om zich heen kijkend, let hij op of hij niet iemand ziet naderen. Naar het huis bellend van zijn opa hoort hij dat John de telefoon opneemt. Joris, jeetje man, iedereen begon zich al ongerust te maken. John zegt hij, ik heb ze gevonden, maar ik kan haar niet bevrijden, de deur een zware ijzeren deur die zit op slot. Wat roept John uit, heb je ze gevonden, waar? Op het oude industrie gebied, bij een pand, maar heb hier heel slecht bereik. Snel legt hij uit hoe John er moet komen, zijn vader en alle anderen zijn weer op weg om ergens in de omgeving opnieuw te zoeken. Alleen de jeugdige mensen zijn in het huis gebleven. Kom je me helpen John, het gaat niet goed met Anke, ze heeft het bewustzijn verloren. Even is het stil, dan hoort hij hoe John instructies geeft aan de andere, met een half uur ben ik bij je Joris. De telefoon neerleggend belt hij de politie, ik heb ze gevonden schreeuwt hij door de telefoon, heb een ambulance nodig, twee zegt hij erachteraan. Niet wetend in welke staat Sandra zich bevindt. En de brandweer, het adres zo goed en zo kwaad mogelijk doorgevend hangt hij op. Nu is het afwachten denk hij. Hij probeert zijn vader te bellen, maar die is in gesprek dan zijn moeder, maar die heeft geen bereik. Dan maar een sms, hij tikt in, gevonden, kan alleen niet bevrijden oude industrie gebied, Joris.
Niet veel later, maar ergens toch leek het een eeuwigheid hoort hij de bus aankomen van Andrea, op zijn fiets springend fiets hij voor hen uit, richting het pand. Nog voordat de auto stil staat is John er al uit gesprongen op de voet gevolgd door Simon en Don. Zijn fiets aan de kant gooiend loopt hij voor hen uit het pand in. Hierheen, zegt hij, Sandra heeft weer geluiden gehoord en loopt weer naar het trapje, Joris ben jij dat fluistert ze zacht. Ja ik ben er weer, hoe gaat het met jou en met Anke? Met mij redelijk, maar met Anke….een tijd lang is het stil…als ze weer begint te praten horen de anderen aan haar stem, dat het helemaal niet goed gaat met Anke. Ze moet hier weg Joris, wel zo snel mogelijk. Tricia is het pad uit gelopen en staat samen met Andrea te wachten op de politie, ambulance en brandweer. Niet veel later horen ze loeiende sirenes aankomen. De meiden staan te zwaaien en de hulpverleners weten nu precies welke kant ze op moeten. Sandra, zegt Joris, we halen jullie hier weg, ga maar iets naar achteren, dan kan de brandweer er zo bij. Joris hoort hij Sandra opnieuw zeggen, ik ben in het ene achterste kamertje, ik ben bij Anke, dan hoort hij aan haar voetstappen hoe ze weg wandelt. Ene achterste kamertje, hoeveel kamers zijn er daar beneden wel niet denkt hij, ongeduldig loopt hij door het pand, schiet op roept hij ongeduldig, het gaat helemaal niet goed. De brandweer commandant komt hem tegemoet lopen en hij ziet al snel welke materialen ze nodig hebben. Nog meer auto's komen het pad op gereden, dit keer zijn het zijn ouders, opa en zijn oom en tantes. Iedereen wacht gespannen af. Binnen een uur heeft de brandweer de zware ijzeren deur open gekregen en springt Joris door het gat naar binnen. Om zich heen kijkend, ziet hij verschillende kamers, dan loopt hij door naar het kamertje wat Sandra tegen hem had gezegd. Het kamertje binnen gaand ziet hij Anke liggen, lijkwit op het bed, terwijl Sandra haar gezicht keer op keer bevochtigd met een natte washand. Het gewaad wat ze aan heeft schokt hem, de smeerlap schiet het door zijn hoofd.
Sandra zegt hij zacht, om haar niet te laten schrikken. Naar hem opkijkend, ziet hij zoveel dankbaarheid in haar ogen, plaats makend voor hem op het bed, neemt hij het van haar over. Zelf neemt ze plaats op het andere bed en kijkt toe hoe Anke haar vriend de handelingen over neemt. Zijn tranen druppelen over zijn wangen naar beneden. Ook Sandra heeft vochtige ogen, bij haar vloeien de tranen nu ook rijkelijk. John die achter Joris is aangelopen bekijkt het van een afstandje. Zachtjes loopt hij het kamertje binnen, naast Sandra op het bed plaatsnemend slaat hij een arm heel voorzichtig om haar heen. Dankbaar voor deze paar sterke armen valt haar trillende lichaam tegen het zijne en niet veel later verliest ook zij het bewustzijn. De hulpverleners snellen toe, Anke wordt als eerste op een brancard gelegd en dan naar buiten gedragen naar de wachtende ambulance. David die buiten staat de kijken, hoe zijn nichtje naar buiten komt ziet hoe lijk wit ze is. Hoe haar lijf hevig transpireert, van zijn zoon ziet hij echter geen spoor. Dan volgt een tweede brancard naar buiten, de ogen van deze dame zijn eveneens gesloten. Nog steeds geen spoor van Joris. Enkele agenten lopen naar binnen en nemen foto's van het pand waar de twee vrouwen dagenlang opgesloten hebben gezeten. Joris en John lopen beneden in de kelder van kamer naar kamer, wetend dat zijn meisje nu in goede handen is, moet hij weten wat ze hier heeft doorgemaakt. Het kamertje binnen gaand als laatste rechts achterin, doet zijn adem stokken. Ook John is geschokt bij het zien, van wat ze daar aan treffen. Een ijzeren tafel in het midden, hang en hijs tuigen boven hen, dildo's en vibrators in allerlei maten aan de muur. Een complete martelkamer lijkt het wel, zegt John zachtjes. Joris kan geen woord uitbrengen, hij is met stomheid geslagen, hij wist wel dat die Anton gek was, maar dat hij krankzinnig was, had hij niet gedacht. De agenten die nu ook één voor één het kamertje inlopen kijken geschrokken naar Joris. Misschien kunt u beter weer naar buiten gaan, word er tegen hem gezegd. Nee, is zijn antwoord, ik moet weten, zegt hij opnieuw in welke hel ze hebben gezeten, om hun beter te begrijpen. Dat begrijp ik zegt de agent, maar de ambulance wacht op u. Ik kan nog niet weg, zegt hij, laat hem maar vertrekken, ik moet dit eerst zien met mijn eigen ogen. Een andere agent loopt terug naar boven en geeft aan de hulpverleners door dat ze kunnen vertrekken. David nog steeds staand buiten loopt naar de agent. Waar is mijn zoon vraagt hij; beneden in de kelder meneer. Kan ik met u mee, is zijn volgende vraag. Ja, loopt u maar mee, maar gelieve niets aan te raken. Snap ik zegt David ijzig kalm. Achter de agent aan lopend loopt hij met hem mee naar de kelder. De trap afdalend ziet hij in de eerste kamer aan de rechterkant een soort geïmproviseerde keuken, de tweede kamer bestaat uit een bank en relax stoel, de derde kamer is waar de dames blijkbaar hebben geslapen aangezien hier twee bedden staan. In de vierde kamer ziet hij John staan, iets verder in de kamer ziet hij zijn zoon staan. Hun blikken kruisen elkaar en David voelt een koude rilling over zijn lichaam gaan. Zo ijzig heeft hij zijn zoon nog nooit zien kijken. Plots draait Joris zich om en loopt langs zijn vader naar buiten. Ook John loopt weer richting de keldertrap, ook hij heeft genoeg gezien. David kijkt zijn zoon na, wetend dat hij hem niet hoeft aan te spreken. Althans nu nog niet… buiten aangekomen komt Tricia op hem afgelopen, maar de ijzige blik die hij uitstraalt zegt haar genoeg. Zich omdraaiend naar John vraagt hij; kan je me naar het ziekenhuis brengen? Ja, natuurlijk zegt hij, de agent die hem er eerder op attendeerde dat de ambulance op hem wachtte zegt; ik breng u wel even meneer. Met een korte knik in zijn richting loopt Joris naar de agent en stapt bij hem in de auto. John kijkt vragend naar zijn vriendin, die hem echter laat blijken dat hij mee moet gaan met haar broertje. Snel stapt hij ook in de politie auto, met loeiende sirenes rijd de politiewagen weg.
In het ziekenhuis aangekomen, ligt Anke nog op de eerste hulp, in de wachtkamer treffen ze Nick en Janneke. Nick kijkt van Joris naar John, niets zeggend neemt Joris plaats op een stoel en staart in zijn handen. Het is een grote schok geweest voor hem, al die kamers te zien, de ellende die Anke en Sandra hebben meegemaakt, moet ontiegelijk groot zijn. Toch wil hij er voor haar zijn, straks als ze weer bij kennis is. Zijn hoofd oprichtend, ziet hij dat Janneke naar hem zit te kijken, Joris fluistert ze zacht, heb jij ze gevonden? Ja, antwoord hij zacht, ik heb ze gevonden, opstaand van haar stoel vliegt ze hem om zijn hals, ik ben je eeuwig dankbaar snikt ze in zijn oor, eeuwig Joris. Joris heeft niet langer zijn emoties onder controle en voelt hoe zijn ogen beginnen te tranen, als Janneke hem eindelijk los laat is hij te geëmotioneerd om nog maar een zinnig woord uit te brengen. Nick en John zijn de wachtkamer uitgelopen, met horten en stoten verteld John aan Nick wat hij en Joris hebben gezien in de kelder, hoe zij Anke en Sandra hebben aangetroffen. Nick luistert aandachtig wat hem verteld word. Dit gaat nog een heel gevecht worden voor beide dames om hier boven op te komen.
Iets later komt er een dokter de wachtkamer binnen gelopen en zegt; wij hebben bloed nodig voor één van de dames, zou u misschien bloed kunnen afstaan? Joris kijkt de arts aan, ik ben haar neef, weet u misschien welke bloedgroep u heeft? Nee, dat weet ik niet antwoord hij, dat weten mijn ouders misschien. Juist op dat moment komen de overige familieleden de wachtkamer ingelopen. Weet u misschien zich richtend tot Mieke welke bloedgroep u zoon heeft? Ja, B positief antwoord Mieke. Ah… dan heb ik niets aan u bloed meneer. Iedereen afgaand, begint David zich ernstig zorgen te maken, zal nu na al die jaren het geheim uitkomen van Esther en Ben. Welke bloedgroep heeft u nodig dokter hoort hij, zijn vader vragen. AB antwoord de arts en u zegt allen familie te zijn, maar niemand heeft dezelfde bloedgroep. Zou eerder denken, dat zij geen familie van u is. Geschokt kijkt de één na de ander, wat bedoelt u precies? Zoals ik het zeg, zegt de arts. Petra en Donny komen ook de wachtkamer ingelopen, ook familie vraagt de arts? Nee, antwoord Petra wij zijn vrienden. Misschien antwoord de arts, heb ik meer geluk, heeft één van jullie AB als bloedgroep? Ja, antwoord Petra zachtjes, die heb ik. Gelukkig antwoord de arts, loopt u maar met mij mee. Petra loopt achter de arts aan, wetend dat de bloedgroep die zij heeft niet zo vaak voorkomt, is ze toch blij dat ze Anke kan helpen. Het geroezemoes neemt echter in de wachtkamer toe, iedereen in de familie heeft B, Anke heeft AB. Kees heeft echter wel gezien dat David met zijn onschuldige houding meer weet, op zijn zoon aflopend zegt hij; loop jij eens even met mij mee.
David weet dat hij het geheim van Esther en Ben niet langer voor zich kan houden, meelopend met zijn vader, weet hij ook dat hij straks de rest van de familie dit grote geheim moet gaan vertellen. Janneke en Nick kijken elkaar aan, Nick kijkt doordringend naar zijn vrouw, zij heeft echter zoiets aangevoeld schiet het door hem heen, ergens wetend dat Anke niet relatief bloedverwant zou zijn aan Joris en de rest.
David loopt met zijn vader de hal door richting de kantine, beide bestellen een koffie en nemen dan plaats aan een tafeltje. Zijn zoon doordringend aankijkend zegt hij; kom David begin er maar eens aan. David kijkt zijn vader aan en begint te vertellen. Nou pa, het zit zo, Esther en Ben hadden al verschillende keren geprobeerd zwanger te worden, zo graag wilden zij een kindje, echter na twee jaar was dit nog niet gelukt en lieten ze zich onderzoeken. Het toeval bleek zo te zijn dat de kans nihil was dat Ben en Esther samen een kind zouden krijgen, Ben zijn sperma, bleek niet zo productief te zijn als dat van ons, zijn overige broers. Na veel wikken en wegen hebben zij besloten om aan een goede vriend van hen te vragen hen te helpen met hun kinderwens. Je kent hem wel, Stefan, die vroeger altijd vaak bij ons over de vloer kwam. Het enige nadeel voor Ben was, dat hij zijn vrouw ervoor moest afstaan, want Stefan wilde hun wel tegemoet komen, maar dan alleen via de natuurlijke manier. Dit meen je niet? Jawel, gaat David door, dit meen ik wel, gelukkig was het na de eerste keer gelijk raak, zodoende hoefde Esther niet nog vaker het bed te delen met Stefan. De vriendschap tussen Ben en Stefan is sindsdien verwaterd, ja kan ik wel enigszins in komen hoort hij zijn vader zeggen. Stefan wilde na de geboorte niets met het kind te maken hebben, ook al was van te voren afgesproken dat hij peetvader zou worden, het was voor hem te pijnlijk. Toch wenste hij Ben en Esther al het geluk van de wereld toe. Jeetje David, maar hoe weet jij dit dan, dat is gebeurd tijdens een zuipfestijn, pa, toen heeft hij het mij stomdronken verteld. Jeetje, maar dit betekent dat ze eigenlijk helemaal geen familie is van ons. Ja, biologisch gezien wel, maar onze kinderen, jouw kleinkinderen weten niet beter, dat ze hun nichtje is. De arts die even daarvoor om bloed was komen vragen loopt de kantine in voor een kop koffie. Als hij de twee heren ziet zitten, loopt hij op hen af. Mag ik, vraagt hij, gaat u zitten antwoord David. De arts kijkt naar de mannen voor hem, het had geen dag langer moeten duren zegt hij; dan had ik niet kunnen zeggen of we haar en ook de baby hadden kunnen redden. Uw kleindochter is schat ik nu zo'n drie weken zwanger, op hoop van zegen, omdat dit nog in een begin stadium is, hoop ik dat er geen afstoting is van de vrucht en dat er over negen maanden een gelukkig kindje word geboren. Het is afwachten, zegt hij tegen de heren tegenover hem. Op staand van de tafel neemt hij afscheid van hen. Als er meer nieuws is, laat ik dit u zo spoedig mogelijk weten. Dan loopt hij de kantine uit. David en Kees kijken elkaar aan, heb ik dit goed gehoord vraagt hij aan zijn zoon, is Anke drie weken zwanger? Als we die arts mogen geloven van wel, jeetje zegt David ineens, dan word ik twee keer opa. Twee keer vraagt Kees hem, ja is zijn antwoord Tricia schijnt ook zwanger te zijn. Kees geeft zijn zoon een klap op de schouder, nou jongen dan ben je er vroeg bij. Hoe weet Tricia dan dat ze zwanger is, door een brief van ene Magda. Magda, zegt Kees en dromerig kijkt hij voor zich uit, zijn vader gaande slaand begint hij te vertellen over vroeger over Magda, wat ze voor hem betekende. David, als Magda verteld heeft dat je dochter zwanger is, dan is dat ook zo. Kijkend naar zijn zoon, staan ze eindelijk op van de tafel. De anderen moeten het ook weten, maar van de zwangerschap, zal ik je zoon even apart nemen, zegt hij. Dat hoeven de anderen niet te horen, die komen daar vanzelf wel achter.
Samen lopen ze terug naar de anderen, gespannen kijken ze van David naar opa en weer terug naar David, hij weet dat hij het verhaal moet vertellen. Nadat hij zijn overige familieleden heeft verteld hoe het zit met Anke, dat ze officieel geen familie is, kijkt hij iedereen aan nadat hij is uitgesproken. Scheelt voor Joris weer, die kan lekker aan rommelen nu, is ze gewoon zijn vriendin in plaats van zijn nichtje. Dominique krijgt een waarschuwende blik van haar vader toegeworpen en houd wijselijk haar mond verder dicht. Voor mij blijft ze gewoon mijn nichtje roept Annelies uit, ook Tricia en Chantal zijn het volkomen met haar eens. Ook Simon, Peter, Wouter en Bas zijn het hier volkomen mee eens. De enige die nergens op reageert is Joris. Zijn vader aankijkend loopt hij met tranen in zijn ogen langs hem heen. Het doet hem bijzonder goed te horen, dat ze eigenlijk geen familie is en hij nu met haar in het openbaar een relatie kan hebben, maar aan de andere kant is het allemaal zo verwarrend. Zijn vader is hem achterna gelopen, Joris zegt hij zacht, hem bij de arm grijpend er is meer. Meer zegt hij, wat kan er nu in hemelsnaam nog meer zijn. Een arm om de schouders van zijn zoon slaand lopen ze de lange ziekenhuis gang uit. Je had ze geen dag later moeten vinden Joris, dan had de arts niet geweten of hij Anke en de baby kon redden. Zijn zoon blijft aan de grond genageld staan. De baby, vraagt hij, zijn vader verbaast aankijkend. Ja, Joris de baby, Anke is nu ongeveer drie weken zwanger. Ze, ze, ze draagt mijn kindje vraagt hij opnieuw. Ja, Joris ze draagt jouw kindje eigenlijk jullie kindje verbetert hij zijn zoon. Ik word vader, dat betekend dat jij opa wordt zegt hij zijn vader aankijkend. Opa wordt overgroot opa. Hij vliegt zijn vader om zijn hals, ik word vader zegt hij opnieuw. Hoe kan dit eigenlijk, we ehh zij slikte de pil, ja Joris, doordat Anke voor het kamp al een beetje zwakjes was, qua weerstand, heeft de pil niet gepakt zodoende hebben jullie lekker gestoeid met zijn twee en dan gebeurt er wat er nu is gebeurd. Weten de anderen dit ook pa? Nee, Joris de anderen weten dit niet, maar ik word wel twee keer opa, van jou en van Tricia is wat Joris aanvult. De brief, zegt hij zacht, de brief van Magda.
Terug lopend richting de anderen, komen ze de arts tegen, ze is wakker, ze vraagt naar Joris. Dat ben ik, antwoord Joris, achter de arts aanlopend loopt hij naar zijn meisje die dankzij het bloed wat Petra haar heeft gedoneerd er al een stuk gezonder uit ziet. Schatje, zegt hij liefdevol hoe voel je, je? Kut, antwoord ze met een klein lachje. Toch ondanks dat het haar heel veel moeite kost, tilt ze haar arm op, Joris loopt op haar af, vragend kijkt hij naar de arts, met een knikje buigt hij zich voorover en kust haar zacht op haar mond. Mmm…lekker fluistert ze in zijn oor, haar ogen beginnen alweer een beetje meer te stralen. De arts geeft de zusters een teken dat ze Anke kunnen brengen naar de tweepersoons kamer, waar Sandra ook al naar toe is gebracht. Joris loopt naast het bed met haar mee. Beide moeten voorlopig nog in het ziekenhuis blijven, tot ze voldoende zijn aangesterkt.
Tegen de avond gaat iedereen moe, maar blij en opgelucht naar huis. Ook Joris moet gaan, na haar te hebben beloofd er morgenochtend tegen de middag weer te zijn, laat Anke met tegenzin zijn hand los. Tot over enkele uurtjes schat, roept hij naar haar, tot morgen Sandra. Tot morgen Joris, hoort hij beide dames zeggen. Met nog een laatste blik werpend op het meisje waar hij zoveel van houdt word hij meegetrokken door Tricia en John. Kom Joris naar huis, naar bed, dan kan je morgen weer de hele dag bij haar zijn.
Bij de overige delen kreeg ik steeds minder reacties, ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de reacties, wat jullie er tot dusver van vinden. Het verhaal is bijna ten einde, nog enkele delen zullen volgen en dan houdt de Anke serie op. Benieuwt of jullie reacties plaatsen wacht ik vol spanning af. Groeten Duiveltje.
|
|